Leven in het Ancien Regime.

Leven in het Ancien Regime.

Leven in het Ancien Regime. 486 578 Lhoëst Jean

Sinds de Franse revolutie leven we in Europa in een vrije, democratische wereld. Ieder heeft rechten en plichten. De een al wat meer of minder dan de ander, maar soit…

Maar stel even, beste lezer, dat je zo’n 250 jaar geleden geboren waart, in 1770 bijvoorbeeld. Dan zou je het (nog?) veel, veel moeilijker gehad hebben. Het Ancien régime was inderdaad niet van de poes. Mensen, of beter onderdanen hadden toen alleen maar plichten.

Laat ons eventjes stilstaan bij dat Ancien Regime vooraleer later een beetje uit te wijden over de Franse revolutie en een vergelijking te maken tussen het Ancien en het huidige ‘Nouveau Regime’.

Welkom in het Ancien Régime.

 

Deze 2 bovenstaande cartoons uit die tijd vatten op schitterende wijze het ‘Ancien régime’ samen.

Het Ancien Regime heeft het eeuwen uitgezongen, omdat velen dachten dat het “een orde van goddelijke makelij” was.

Aan het hoofd van deze orde stond de koning, Louis XVI als absolute heerser. Alles stond in zijn teken, vandaar dat de wereldbol versierd is met lelies, het insigne van de Bourbons, de regerende vorsten. Zijn belang was het ‘algemeen’ belang, zo simpel was dat….

Hij had absolute macht en kon dus doen en laten wat hij wou. Hij was niet door wetten gebonden, noch was hij verantwoording verschuldigd. Despotisme en willekeur waren dus troef.

De bevolking was verdeeld in drie standen: de geestelijkheid, de adel en de rest of derde stand. Volgens de traditie kwam dit overeen met de onderverdeling in degenen die bidden (de staf), degenen die vechten (het zwaard) en degenen die werken (de schop).

De geestelijkheid en adel stonden de koning bij en maakten politiek, economisch en cultureel de dienst uit. Het ganse systeem werd overeind gehouden door het volk, de onderdanen.

De bevolking, de burgers en boeren, moest niet alleen werken voor hun eigen levensonderhoud,maar ze moesten ook ‘herendiensten’ (corvés) verrichten voor hun heer (seigneur) zoals een aantal dagen per week werken op het landgoed van de heer.

Verder moesten ze iedereen betalen: belastingen aan de koning, pacht aan de adel en tienden aan de clerus.

De adel en de clerus moesten geen belastingen betalen!!!!

En voor de rest moest de derde stand zwijgen. Ze hadden vele plichten, maar geen enkel recht!

Werken, betalen en zwijgen… Tiens, klink ergens vertrouwd…

 


De grieven van het volk eind 18e E.

Na eeuwen het juk van het Ancien Régime gelaten gedragen te hebben, deden de Verlichtingsfilosofen de mensen hun ogen open gaan. Eind 18e eeuw werden ze het systeem beu, ze waren het beu dat zij alle lasten moesten dragen voor de lusten van anderen! Dit waren hun voornaamste grieven:

– Fiscale onrechtvaardigheid: De mensen hadden hun buik vol van de ongerijmdheid ‘hoe rijker en machtiger, hoe minder belastingen’. Ze pikten de onrechtvaardigheid niet langer dat de adel, de rijkste bevolkingsgroep van het land, vrijgesteld was van belasting.
– Slecht bestuur: Het land (Frankrijk) was een lappendeken van regiokes, elk met zijn eigen regeltjes, wat vrijheid van beweging moeilijk maakte. Bovendien had de koning voortdurend geldgebrek. Begrotingsgaten waren toen al een beproefde techniek!
– De excessieve macht van de katholieke kerk: Het was de tijd van “God ziet u, wees braaf!’
Adel en clerus hadden allerhande privileges, en dat was een doorn in de ogen van het volk. Zo had een seigneur het recht om naar bed te gaan met een boerendochter de nacht voordat ze in het huwelijk zou treden (le droit de cuissage). ‘De Franse revolutie had dus niet alleen voordelen…’, zoals iemand ooit zei.
De mensen waren geen burgers, maar ‘onderdanen’ met veel plichten doch zonder enige burgerrechten.
Veel vertwijfeling. Fake news bestond blijkbaar toen ook al.
Sommige van deze grieven klinken wel zeer actueel…