In deze column schets ik ruwweg, bij wijze van voorbeeld, hoe een democratie met uitgelote burgers er in de praktijk zou kunnen uitzien. Een systeem met een parlement, staatsraad, regering, referendums en een vierjaarlijkse evaluatie van het beleid en uitloting.
Het parlement.
Het parlement telt 225 leden, allen uitgeloot voor vier jaar.
De burgers worden uitgeloot op basis van de bestaande diversiteit op vlak van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, etniciteit en opleiding. Iedereen die minimaal 18 jaar is, een belastingbrief indient en geen strafblad heeft, is uitlootbaar. De loting gebeurd uiteraard ook zodanig dat alle 225 leden evenwichtig verdeeld zijn over de arrondissementen van ons landje in functie van hun bevolkingsaantal.
Het parlement is verantwoordelijk voor de controle op het regeringsbeleid en voor het wetgevend werk. Zij kiezen uit hun leden een regering van maximum twintig excellenties.
Wetten wordt gestemd met een eenvoudige meerderheid, tenzij het gaat om belangrijke of verreikende kwesties (te bepalen door staatsraad en/of grondwet) waar een tweederde meerderheid nodig is. Bereikt men geen voldoende meerderheid binnen een redelijke termijn, wordt de wet ter goedkeuring aan de staatsraad voorgelegd.
Parlementslid zijn is een goed betaalde fulltime job. Men kan maar één keer in zijn leven uitgeloot worden.
Staatsraad.
Een staatsraad van zo’n 200 mensen, uitgeloot voor zes jaar.
Uiteraard worden ook hier de burgers uitgeloot op een slimme manier zodat ze de diversiteit van ons landje weerspiegelen , mooi verdeeld over alle arrondissementen en over de belastingschalen (in absolute termen). Je zou kunnen opwerpen dat door in absolute termen te werken, de hoogste belastingschaal procentueel oververtegenwoordigd zal zijn. Dat klopt, maar ergens is het logisch dat zij die het meeste bijdragen ook recht hebben op een overeenkomstige vertegenwoordiging. Iedereen die minimaal 18 jaar is, belastingen betaalt en geen strafblad heeft is uitlootbaar.
De staatsraad is verantwoordelijk voor:
- het opstellen van de doelstellingen (regeerprogramma) voor het volgend parlement en regering. In samenspraak met een vijftal universiteiten (ieder vier jaar een ander groepje van vijf) bevraagt de staatsraad de bevolking om hun maatschappelijke verwachtingen te kennen. Op basis van die verzuchtingen bepalen ze de vijf topprioriteiten voor de volgende vier jaar in een lange termijn perspectief.
- goedkeuring van wetten waarvoor binnen een redelijke termijn geen vereiste meerderheid wordt gevonden in het parlement.
- evaluatie van de regering.
De staatsraad komt een aantal keren per maand samen. Ook zij worden competitief vergoed per keer dat ze aanwezig zijn in de raad. Ze kunnen zich laten bijstaan door experts.
De regering.
Een regering van maximaal twintig bestuurders. Als ‘uitvoerende macht’ is deze verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van het land. Een competitief betaalde fulltime job van vier jaar.
Hun opdracht, de doelstellingen voor de volgende vier jaar, krijgen ze van de staatsraad.
Aan het einde van een vierjarige termijn wordt de regering en het parlement formeel beoordeeld door de staatsraad, hierin bijgestaan door een groep van onafhankelijke en diverse experts. Uiteraard zal de evaluatie rekening houden met de (onverwachte) omstandigheden tijdens hun regeerperiode.
Via een referendum wordt deze evaluatie ter goedkeuring aan de bevolking voorgelegd. Ingeval van een goedgekeurd ‘goed’-rapport hebben de regerings- en parlementsleden recht op een levenslang staatspensioen voor bewezen diensten, waarvan het bedrag afhangt van de behaalde score.
Regering en parlement werken nauw samen met de bestaande ministeries en kunnen uiteraard een beroep doen op extern onafhankelijk advies.
Is het welzijn van de bevolking er op vooruit gegaan?
De evaluatie van de instellingen moet in een breed kader worden gezien en verder gaan dan alleen maar te kijken hoe ze beiden hun opgedragen doelstellingen bereikt hebben.
Volgende vragen zullen bijvoorbeeld ook moeten beantwoord worden:
- Hoe is de ‘stand van het land’ geëvolueerd in de voorbije vier jaar? Deze stand moet worden gemeten aan de hand van een hele reeks indicatoren, en niet alleen van de groei van het BBP zoals vandaag. Omdat het ‘BBP alles meet, behalve wat van waarde is’ zoals Robert Kennedy het ooit kernachtig verwoordde. Dus ook indicatoren die de levenskwaliteit meten moeten in aanmerking genomen worden: milieu, onderwijs, gezondheid, huisvesting, enz. Zie bijvoorbeeld de ‘OESO Better Life Index’.
- In welke mate heeft iedereen van welvaartsgroei en vooruitgang kunnen genieten? Hoe goed is er gezorgd voor de verbetering van het lot van alle inwoners van het land? Evolutie armoedestatistieken, evolutie kloof tussen arm en rijk, enz.?
- Hoe goed werden de fiscale scheeftrekkingen zoals ‘hoe rijker, hoe minder belastingen’, belastingfraude-en ontwijking recht getrokken?
- Hoe is het gesteld met de vrijwaring en verbetering van ons zelfbeschikkingsrecht, onze vrijheden en basisrechten? Hoe goed scoort ons land in de mensenrechten en democratie indexen?
- Hoe fel hebben ze zich internationaal ingezet voor een verbetering van het lot van alle mensen op aarde en voor de oplossing van wereldwijde problemen?
Referenda.
Deze kunnen georganiseerd worden op verzoek van het parlement, de staatsraad of op verzoek van 0.1 procent van de bevolking.
Verder moeten ze georganiseerd worden ter goedkeuring van de evaluatie van de regering en voor wetten waarvoor na twee pogingen geen tweederde meerderheid gevonden kan worden in de staatsraad.
Bij ieder referendum krijgt iedere burger tijdig dezelfde informatiebrief, in de taal van zijn keuze (NL, FR, DU, EN) die duidelijk uitlegt wat de inzet van het referendum is. Wat de voor- en de nadelen zijn en de reikwijdte van een pro of contra voor iedere actor in de maatschappij. Wat de budgettaire impact is van een ja of neen.
Tevens worden er in iedere gemeente een aantal info-sessies georganiseerd zodat elke burger de kans krijgt om met ‘kennis van zaken’ deel te nemen aan het referendum. Deelnemen is uiteraard niet verplicht.
Wie niet waagt, niet wint.
Ik ben er van overtuigd dat het hierboven ruw geschetst systeem beter zou zijn dan de huidige ouderwetse partijpolitieke centocratie. Dit is echt geen boude of overdreven uitspraak. Want als je ziet tot waar het huidige systeem ons gebracht heeft, is het haast onmogelijk het slechter te doen.
Dat het algemeen belang beter gediend zou zijn, dat het efficiënter en goedkoper zal zijn, ligt ook voor de hand.
Uitloting is minder elitair en veel beter voor de focus op de belangrijke dingen. Onze vertegenwoordigers (een vaste job voor vier jaar) zullen zich volop kunnen concentreren op het bestuur, en niet meer verlamd worden door spelletjes en een permanente verkiezingskoorts.
Beter voor het algemeen belang omdat het marktfundamentalisme minder invloed zal hebben. De wetgevers worden immers om de vier jaar vervangen en formeel door het volk geëvalueerd. Geld of het ‘ons kent ons’-euvel zal dus minder belang hebben.
Willen we een betere wereld voor iedereen, dan zullen we in ieder geval af moeten stappen van het huidige partijpolitieke democratische systeem.
Kunnen we zoiets vreedzaam bereiken? Ik hoop het, maar weet het niet. Het zal in ieder geval heel moeilijk zijn. Geen enkele partij zal zoiets willen wegens ‘de postjes, meneer’. En bovendien zullen de echte machtshebbers, de ‘economische belangen’, zich ook met hand en tand verzetten!
Eindigen doe ik met een parafrasering van Abraham Lincoln (1862):
‘we moeten onszelf ontketenen van de politiek, en dan kunnen we streven naar een betere en rechtvaardiger wereld.’
#Citizen participation #Democracy #Good governance #political parties #Parliament #Good/Bad practices #Challenges. #free markets